Nu 100 jaar later kan PvdA als partij van emancipatie en verheffing weer geschiedenis schrijven door de eerste vrouwelijke premier van Nederland naar voren te schuiven; en wel niemand minder dan Khadija Arib. Lodewijk, wees hoffelijk, laat haar voorgaan.
In 1871 schreef de 17-jarige Aletta Jacobs (1854-1922) een brief aan de liberale minister Thorbecke, waarin zij toestemming vroeg om aan de universiteit te studeren. Dat briefje is te zien in het Algemeen Rijksarchief, evenals het antwoord van de minister, dat overigens niet aan Aletta zelf werd gericht maar aan haar vader. Zij werd in 1871 toegelaten als studente medicijnen aan de universiteit, aanvankelijk voor een proefperiode van één jaar. Studeren aan het hogeronderwijs was in die tijd voorbehouden aan mannen.
Aletta Jacobsprijs
Op 28 september maakte de Rijksuniversiteit Groningen bekend dat zij de Aletta Jacobsprijs 2019 toekent aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Khadija Arib. Op 28 september 1919 trad de wet inwerking, waarmee vrouwen in Nederland actief kiesrecht kregen. Nu precies honderd jaar later wordt deze prestigieuze prijs toegekend aan de Voorzitter van het hoogste College van de Staat met een migratieachtergrond. Een eervolle en welverdiende prijs, waarmee ik Khadija Arib van harte feliciteer.
Sinds 1990 wordt door de Rijksuniversiteit Groningen elke twee jaar de Aletta Jacongsprijs uitgereikt aan “een vrouw met een academische opleiding die een voortrekkersrol vervult op emancipatiegebied en een voorbeeldfunctie vervult voor andere vrouwen”. De prijs is genoemd naar Aletta Jacobs, de eerste vrouw die aan een Nederlandse universiteit, en wel de Groningse universiteit, afgestudeerd is.
Aletta Jacobs werd geboren als achtste kind van elf kinderen in een joods gezin. Zij maakte zich al vroeg sterk voor vrouwenrechten; het recht op hogeronderwijs voor vrouwen, het recht om te stemmen en gekozen te worden als vrouw, het recht op arbeid, en het recht op onafhankelijkheid, zelfstandigheid en autonomie. In die tijd bestond ons parlement uitsluitend uit mannen. Dit zou nog tot 1918 duren; in dat jaar trad het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid aan in de persoon van Suze Groeneweg (1875-1940).
Inspirerend voorbeeld
De Rijksuniversiteit Groningen geeft de prijs aan Arib, zo schrijft de jury: “vanwege haar niet-aflatende strijd voor de positie van vooral Marokkaanse vrouwen in Nederland, haar inspirerende voorbeeldrol als eerste vrouwelijke Kamervoorzitter met een migratieachtergrond en voor de wijze waarop zij het vieren van 100 jaar kiesrecht in Nederland heeft weten te markeren als een viering van het algemeen kiesrecht, voor mannen én vrouwen”. Verder stelt de juryvoorzitter Janka Stoker: “Er is juist dit jaar geen betere winnares van de Aletta Jacobsprijs denkbaar”.
Als reactie laat Arib weten het eervol te vinden om de prijs te ontvangen. Zij voegt eraan toe: “Ik hoop dat ik meisjes, ook meisjes met een niet-Nederlandse achtergrond, kan laten zien dat je waardevol bent en veel kunt betekenen voor de samenleving. Een belangrijke les die mijn oma en mijn moeder mij leerden, is om in jezelf te geloven, om door te zetten, ook als het tegen zit, en om onafhankelijk te zijn.”
Khadija Arib vindt het mooi dat zij de prijs juist nu krijgt, in het jaar waarin we 100 jaar algemeen kiesrecht vieren.Arib vervolgt: “Aletta Jacobs, maar ook Suze Groeneweg waren belangrijke wegbereiders. Zij lieten zich niet ontmoedigen of tegenhouden door wie dan ook, ook niet door mannen en vrouwen die niets van het vrouwenkiesrecht moesten weten en op hen neerkeken. Ze hebben stug doorgezet. En met resultaat. Dat mijn naam nu een beetje met die van Aletta Jacobs verbonden is, maakt mij heel trots.”
Veerkracht
Op haar vijftiende kwam Khadija Arib naar Nederland. Haar ouders, die begin jaren zeventig als gastarbeiders naar Nederland kwamen, werkten bij een wasserij in Schiedam. Haar inspirerend leven staat in het teken van doorzetten en dromen waarmaken. Arib leerde de Nederlandse taal, werd maatschappelijk actief, volgde ze een opleiding aan de Sociale Academie, en studeerde even later sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werkte o.a. bij het Instituut voor Sociale en Economische Studies, en was ze waarnemend hoofd bij de maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg in Amsterdam.
Arib was tevens medeoprichter en voorzitter van de Marokkaanse Vrouwenvereniging in Nederland. Dit kwam haar echter duur te staan. In 1989 werd zij enkele dagen vastgehouden in een Marokkaanse politiecel, aangezien zij zich publiekelijk inzette voor de positie van Marokkaanse vrouwen. Pas na de tussenkomst van de Nederlandse regering werd zij vrijgelaten en kon Arib terugkeren naar Nederland.
Sinds 1998 is Arib lid van de Tweede Kamer. Zij is één van de langstzittende Kamerleden uit onze parlementaire geschiedenis. De volksgezondheid en jeugdzorg zijn belangrijke thema’s waarvoor zij zich in de Kamer heeft hardgemaakt. Zo is de instelling van de Kinderombudsman te danken aan haar inzet en bevlogenheid, evenals het tegengaan van onnodige babysterfte in ons land met name onder de allochtone vrouwen.
Gezag en glans
Rijk aan ervaring met het parlementaire werk werd Arib op 1 november 2012 de eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer. In januari 2016 werd zij gekozen als Voorzitter van de Tweede Kamer. Na de verkiezingen van 2017 werd Arib met een ruime meerderheid herkozen als Kamervoorzitter. Andere partijen droegen toen geen tegenkandidaten voor. Als Kamervoorzitter fungeert Arib als poortwachter van het vrije woord, en als hoeder van onze democratische rechtsstaat.
Als Kamervoorzitter treedt Arib streng op, maar ook met charme en humor. Zij neemt collega-Kamerleden in bescherming; bijvoorbeeld wanneer door DENK in de Kamer filmpjes worden gemaakt van Kamerleden met Turkse en Marokkaanse achtergrond die vervolgens online worden gezet. Zij zette als Kamervoorzitter haar naam onder een motie, waarin afschuw en ongenoegen werd uitgesproken tegen dergelijke praktijken; een unicum in onze parlementaire geschiedenis.
Tijdens de laatste Algemene Politieke Beschouwingen zei Geert Wilders “Er stroomt Marokkanengif door de straten van Nederland.” Het kan niet anders dan dat deze uitspraak Khadija Arib heeft geraakt. Zij beleef echter als Kamervoorzitter professioneel, en ze waakte erover dat Wilders in vrijheid kon speken; hoe kwetsend en beledigend zijn uitspraken ook mochten zijn. De PVV had eerder ook moeite met Arib vanwege haar dubbele nationaliteit. Maar inmiddels dwingt Arib ook bij Wilders en de rest van PVV respect af. Als Kamervoorzitter heeft Arib ons parlement zoveel gezag en glans gegeven.
Erkenning
Als een moedige, betrokken en bevlogen Kamervoorzitter heeft Arib meerdere erkenningen ontvangen. Zo werd zij in 2017 door het blad Opzij uitgeroepen tot meest invloedrijke vrouw van Nederland in de categorie ‘politiek’. In 2018 ontving ze de Thorbeckeprijs voor politieke welsprekendheid, met daarnaa gekoppeld de opdracht om in het debat de politieke welsprekendheid in de Tweede Kamer verder te stimuleren. Verder werd Arib in 2018 door het tijdschrift Harper’s Bazaar verkozen tot ‘Woman of the Year’.
In 2019 werd Khadija Arib onderscheiden met ‘Chevalier de la Légion d’Honneur‘ (Legioen van Eer) als de hoogste en belangrijkste nationale Franse onderscheiding. Deze onderscheiding ontving zij voor haar inzet voor de ontwikkeling van vrouwen. En op 28 september volgde de Aletta Jacobsprijs o.a. vanwege het feit dat Arib de eerste Kamervoorzitter is met een migratieachtergrond in ons land.
Van een migrantenmeisje van wie de ouders als gastarbeiders bij een wasserij in Schiedam aan het werk gingen tot de voorzitter van het hoogste College van de Staat. Voor mij en voor velen met mij, die in Nederland een nieuw leven gingen opbouwen of gaan opbouwen, is Arib een geweldig inspirerend voorbeeld. Khadija als een Hollandse droom op wie we ontzettend trots kunnen zijn.
Eerste vrouwelijke premier
Al jaren wordt de vraag gesteld: wanneer krijgt Nederland eindelijk een vrouwelijke premier. Dit jaar is het 100 jaar geleden dat vrouwen in ons land mochten stemmen en lid worden van de Tweede Kamer. Symbolischer kan het haast niet dat we nu onomwonden gaan voor een vrouwelijke premier. En het besef wat het betekent voor onze pluriforme samenleving als we iemand als Khadija Arib als premier krijgen; met al haar kennis en kunde, haar wijsheid, ervaring, charme, veerkracht.
Ook uit de peiling van Eenvandaag van 16 augustus van dit jaar kwam naar voren dat Khadija Arib het hoogst scoort als het gaat om de keuze voor de eerste vrouwelijke premier van Nederland. Zij scoort niet alleen hoog onder de PvdA-kiezers, maar ook onder de kiezers van andere partijen (GL, SP, CU D66). Arib is geliefd bij veel kiezers, is de conclusie van dit Eenvandaag onderzoek. Als zij politiek leider van de PvdA wordt, zal dit ook de partij zeker een enorme electorale boost geven.
Het eerste vrouwelijke Kamerlid dat 100 jaar geleden aantrad (Suze Groeneweg) was van SDAP/PvdA. Daarmee schreef de partij geschiedenis. Nu 100 jaar later kan de PvdA opnieuw geschiedenis schrijven als de partij van emancipatie en verheffing. Dit betekent alles uit de kast halen als partij om te bewerkstelligen dat Khadija Arib na de volgende Tweede Kamerverkiezingen de eerste vrouwelijke premier van ons land wordt.
Onmogelijk is het zeker niet. Wel hangt dit af van de hoffelijkheid van Lodewijk Asscher om een stapje op zij te doen om zo Khadija Arib naar voren te schuiven als politiek leider van de PvdA. Dit zal haar kansen op het premierschap zonder meer verhogen.
Khadija Arib als eerste vrouwelijke premier van Nederland betekent zoveel voor ons land. Het levert een belangrijke bijdrage aan de bevordering van de positie van vrouwen, het dient als een geweldige voorbeeldfunctie voor migrangen en vluchtelingen in ons land, het laat des te meer zien dat het gaat om je toekomst en niet om je afkomst, het versterkt de verbinding en saamhorigheid tussen de bevolkingsgroepen in onze samenleving.
Nu moet het eindelijk gaan gebeuren; de eerste vrouwelijke premier van Nederland, en wel niemand minder dan Khadija Arib. “It Always seems impossible untill it’s done” Nelson Mandela